Tekortkomingen van de eigen waterinstallatie
Watermeter goedgekeurd en aangesloten? Top! Nu is het ook belangrijk dat jij de leidingen binnenshuis, je binneninstallatie, juist gebruikt. Hier zijn 3 belangrijke zaken waar je op moet letten:
Terugstroombeveiliging
Wat is een terugstroombeveiliging en hoe kan je deze testen?
Een terugstroombeveiliging is een mechanisch toestel dat water in één richting doorlaat.
Bij meer recente installaties zijn terugstroombeveiliging en stopkraan geïntegreerd, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
Waartoe dient een terugstroombeveiliging?
Drinkwater voldoet aan strenge kwaliteitsnormen. Tijdens de productie, de opslag en de distributie van drinkwater besteden wij hieraan veel aandacht. Maar wanneer het water in je eigen waterinstallatie niet van goede kwaliteit is -om welke reden dan ook-, verhindert de terugstroombeveiliging dat dit water terugstroomt naar het drinkwaternet. Daarom controleren wij regelmatig of de terugstroombeveiliging wel werkt. Wanneer je dus geen terugstroombeveiliging hebt geplaatst of deze terugstroombeveiliging defect is, moet je de installatie aanpassen.
Waar moet men de terugstroombeveiliging voorzien?
Je plaatst de terugstroombeveiliging achter de watermeter en voor het eerste afnamepunt. De terugstroombeveiliging moet steeds voorafgegaan worden door een stopkraan.
Op de meeste goedgekeurde terugstroombeveiligingen van het type EA vind je 2 stopjes. De stopjes, die je eruit kan draaien, kan je vervangen door leegloopkraantjes. Dit is zeker nodig als je geen leegloopkraantje(s) voor de terugstroombeveiliging hebt staan. Anders kan je niet testen of je terugstroombeveiliging werkt.
Welke terugstroombeveiliging moet ik nemen?
BELGAQUA, de Belgische federatie voor de watersector, beheert een lijst van goedgekeurde terugstroombeveiligingen. Deze vind je terug op de site van Belgaqua. De terugstroombeveiliging moet een controleerbare terugstroombeveiliging van het type EA zijn.
Hoe weet ik of mijn terugstroombeveiliging werkt?
U kan uw terugstroombeveiliging zelf testen!
- Test het leegloopkraantje op uw terugstroombeveiliging
- Draai het leegloopkraantje tussen de watermeter en de terugstroombeveiliging open.
Stroomt er water uit?
JA: sluit het leegloopkraantje en ga verder naar stap 2
NEE: u kunt uw terugstroombeveiliging niet testen, u dient uw leegloopkraantje te vervangen
- Draai het leegloopkraantje tussen de watermeter en de terugstroombeveiliging open.
- Test uw hoofdkraan
- Open de dichtstbijzijnde koudwaterkraan.
- Sluit de hoofdkraan, deze bevindt zich voor de watermeter.
Telt de watermeter?
NEE: ga verder naar stap 3
JA: uw hoofdkraan sluit niet af, deze dient vervangen te worden
- Test uw terugstroombeveiliging
- Open het eerste kraantje op de terugstroombeveiliging
Loopt er een hoeveelheid water uit het kraantje?
NEE: terugstroombeveiliging werkt
JA: terugstroombeveiliging werkt niet, deze dient vervangen te worden - Sluit het kraantje op de terugstroombeveiliging
- Open de hoofdkraan
- Open het eerste kraantje op de terugstroombeveiliging
- Indien de terugstroombeveiliging niet werkt zal er een hoeveelheid lucht in de leiding zitten, sluit de koudwaterkraan na een tweetal minuten of tot de lucht uit de leiding is waarna deze ook gespoeld is.
- Indien de terugstroombeveiliging niet werkt dient deze vervangen te worden door de eigenaar.
Indien de hoofdkraan niet werkt dient deze vervangen te worden door Pidpa.
Ontharder
Een waterontharder of waterverzachter kan gebruikt worden om een teveel aan kalk uit het water te halen.
Hier kan je de samenstelling van het drinkwater in je straat terugvinden.
Een waterontharder die niet goed afgesteld of onderhouden is, kan schade veroorzaken aan je leidingen of een gevaar zijn voor je gezondheid.
Een waterverzachter moet op de toevoer voorzien zijn van een controleerbare terugstroombeveiliging (type EA) zoals hieronder getoond:
De afvoerleidingen moeten een zichtbare onderbreking hebben van minstens 2 cm.
Wanverbinding met regenwaterinstallatie of eigen waterwinning
Indien je water gebruikt uit je eigen waterwinning of uit je regenwaterinstallatie, moet dit water en de leidingen waar dit water doorstroomt, volledig gescheiden blijven van de drinkwaterleiding. Indien aan deze voorwaarde niet voldaan is, spreken we van een wanverbinding, die je op zeer korte termijn zal moeten verwijderen.
Er zijn vier manieren om dit op een correcte manier te scheiden:
-
Omschakeling via een dubbel waterleidingnet naar de tappunten
Men legt twee totaal gescheiden leidingen aan voor deze plaatsen waar men een toestel wenst aan te sluiten op hemelwater. Wanneer er geen regenwater beschikbaar is, worden alle toestellen manueel overgeschakeld op drinkwater. Alle leidingen moeten na stilstand of na omschakeling grondig gespoeld worden en zo nodig gereinigd.
-
Bijvullen van de regenwaterput via een bijvulleiding en bijvulkraan
Men voorziet een bijvulleiding naar de regenwaterput en een bijvulkraan op het drinkwater. Beide mogen niet in contact komen met elkaar en worden fysiek gescheiden. De minimale afstand tussen de bijvulkraan en de bijvulleiding bedraagt 2 cm.
-
Omschakelen via een buffervat
In een buffervat zit een kleine hoeveelheid leidingwater, bijvoorbeeld 10 liter. De gebruiker houdt zelf het niveau van de regenwaterput in het oog. Wanneer het niveau te laag komt, kan hij door middel van een aantal afsluiters omschakelen naar het buffervat. Dit is aangesloten op het drinkwatercircuit. Opgelet, het buffervat moet conform zijn volgens de norm voor een beveiliging type AA of type AB. De aftappunten zelf worden rechtstreeks vanuit het buffervat gevoed. Deze oplossing kan ook geautomatiseerd worden. Als de regenwaterput leeg is, gaat de pomp tappen uit het buffervat. Het mechanisme stopt automatisch wanneer er weer regenwater in de put zit. Opgelet, de automatische bijvulsystemeen dienen Belgaqua gekeurd te zijn. Het is aangewezen de overloop van een buffervat te onderbreken ten opzichte van de riolering, zodat eventuele lekverliezen voorkomen kunnen worden.
-
Met een tuinslang
Tot slot kan je de regenwaterput in principe steeds bijvullen met een tuinslang. Die mag dan uiteraard niet in contact komen met het hemelwater. Eventueel kan je de tuinslang aansluiten op een trechter, die men circa 5 centimeter onder de drinkwaterkraan plaatst en waarin men het drinkwater kan laten stromen.